Jaarrekening 2018

§4. Financiering (treasury)

a. Risicobeheer

Het risicobeheer betreft in het bijzonder de hierna volgende risico’s.

Renterisico op vlottende schuld (kasgeldlimiet)
Ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld is het gemeenten niet toegestaan om onbeperkt in de financieringsbehoefte te voorzien door het aantrekken van kort geld. De toegestane netto vlottende schuld wordt bepaald door de “kasgeldlimiet”. Voor het jaar 2018 is de kasgeldlimiet voor de gemeente Kerkrade als volgt berekend:

Kasgeldlimiet

a

omvang van de jaarbegroting per 1 januari 2018

162,491

mln

b

bij ministeriële regeling vastgesteld percentage

8,5

%

Kasgeldlimiet voor 2018  (afgerond)

13,812

mln

Onderstaand overzicht toont de confrontatie per kwartaal tussen vlottende schuld en middelen enerzijds, en de kasgeldlimiet anderzijds.

                                                     bedragen x € 1.000

kwartaal

I

II

III

IV

netto vlottende

schuld

21.341

25.667

18.960

15.237

middelen

kasgeldlimiet

bedrag

13.812

13.812

13.812

13.812

overschrijding

7.529

11.855

5.148

1.425

onderschrijding

In alle kwartalen van 2018 was er sprake van een overschrijding van de kasgeldlimiet. Om de structurele druk op de kasgeldlimiet te verminderen zijn in januari en september 2018 en vervolgens ook in januari 2019 vaste geldleningen aangetrokken, respectievelijk groot € 12 mln, € 12 mln en € 10 mln. Gelet op de regelgeving terzake structurele overschrijding van de limiet is de provinciaal toezichthouder van het oplossingsgericht handelen op de hoogte gesteld.

Renterisico op vaste schuld (renterisiconorm)
Het instrument dat de Wet Fido (‘Wet financiering decentrale overheden’) geeft om de renterisico’s van opgenomen langlopende geldleningen in beeld te brengen en te analyseren is de ‘renterisiconorm’.

De norm geeft een kader voor een zodanige opbouw van de leningportefeuille dat het renterisico door rente-aanpassing en herfinanciering van geldleningen wordt beperkt. Bij een evenwichtige opbouw van de portefeuille wordt het risico op de vaste schuld  gespreid  over jaren. Van een evenwichtige opbouw is voorts sprake als niet in enig jaar een onevenredig deel aan herfinanciering onderhevig is.

In navolgend overzicht wordt de relatie gelegd tussen renterisico en renterisiconorm.

                            bedragen x € 1.000

2018

Rente-risico

1

Renteherzieningen

n.v.t.

2

Aflossingen

8.099

3

Rente-risico

1+2

8.099

4

Rente-risiconorm

4a x 4b

32.498

5a

Ruimte onder rente-risiconorm

4>3

24.399

5b

Overschrijding rente-risiconorm

3>4

Rente-risiconorm

4a

Begrotingstotaal

162.491

4b

Percentage regeling

20%

4

Berekende rente-risiconorm

32.498

Het overzicht toont aan dat de gemeente in zeer ruime mate voldoet aan de norm. De actuele leningportefeuille bevat geen leningen waar rente-aanpassing op termijn aan de orde is. Dit betekent dat ook in structureel opzicht aan de norm wordt voldaan.

Kredietrisico’s
Het betreft kredietrisico’s op door de gemeente aan derden verstrekte gelden. Het volgende overzicht geeft inzicht in partijen en restantschuld per ultimo 2018.

bedragen x € 1.000

Partijen (kredietisico's)

schuld

%

Kredietbank Limburg

91

0.37

Georganiseerde sport

193

0.80

Holding Stadion BV

19.004

78.48

Zonnepanelenproject

3.946

16.30

GaiaZOO

726

3.00

Gemeenschapshuizen

15

0.06

Culturele verenigingen

41

0.17

Startersleningen

200

0.82

Totaal

24.216

100.00

Koers- en valutarisico’s
Van koersrisico’s is sprake als de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Meer in het bijzonder gaat het dan om de vaste financiële activa die enerzijds bestaan uit aan derden verstrekte leningen. Deze zijn reeds eerder behandeld bij het onderdeel kredietrisico’s. Anderzijds gaat het om aandelenbezit en deelnames. Deze worden nader behandeld in de paragraaf verbonden partijen. De gemeente verricht slechts transacties in euro’s, waardoor van valutarisico’s geen sprake is.

ga terug